Ongewenste omgangsvormen in Nederland
Eind 2023 voerden TNO en het CBS, in samenwerking met het ministerie van SZW, de negentiende Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) uit. Ruim 30.000 werknemers beantwoordden vragen over ongewenste omgangsvormen op het werk.
Van alle werknemers zei 7 procent in de afgelopen 12 maanden enige vorm van ongewenst gedrag van collega’s of leidinggevenden te hebben meegemaakt. Pesten werd door 4 procent van de werknemers gerapporteerd. Intimidaties of bedreigingen werd door 3,1 procent van de werknemers ervaren en met ongewenste seksuele aandacht van collega’s of leidinggevenden kreeg 1,3 procent te maken.
Elf procent van de werknemers voelde zich in de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd. Hierbij is ook discriminatie afkomstig van klanten meegerekend. De meest gerapporteerde discriminatiegronden waren afkomst, huidskleur of nationaliteit (2,9%), geslacht inclusief zwangerschap (2,1%) en leeftijd (2,6%). Vrouwen maakten discriminatie vaker mee (13,1%) dan mannen (8,4%)
In 2023 kon 71% van de werknemers een vertrouwenspersoon raadplegen, 10% kon dat niet en de overige 19% wist niet of dit mogelijk was. Jongeren van 15 tot 25 jaar waren vaker niet op de hoogte (32%) van deze mogelijkheid. Werknemers in de landbouw gaven het vaakst aan geen vertrouwenspersoon te kunnen raadplegen, werknemers in het openbaar bestuur gaven het vaakst aan dat ze die mogelijkheid wel hebben. Van de werknemers die aangaven wel een een vertrouwenspersoon te kunnen raadplegen, gaf 51 procent aan een interne vertrouwenspersoon te hebben, 13 procent een externe, 19 procent zowel een interne als een externe en 17 procent wist niet of de vertrouwenspersoon in of extern was. Van de werknemers vindt 7,3% dat er (extra) maatregelen tegen ongewenst gedrag door collega’s of leidinggevenden nodig zijn.
Note: Sinds 2007 houdt Hubert Consult de trends met betrekking tot het voorkomen van ongewenste omgangsvormen bij aan de hand van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA, TNO/CBS); zie bijvoorbeeld: https://hubertconsult.nl/omgangsvormen-trends-2020/).
In de NEA vragenlijst van 2022 zijn helaas een aantal grote veranderingen doorgevoerd ten opzichte van de NEA 2021. Ook verschilt vanaf het verslagjaar 2022 de wijze waarop gegevens voor de NEA zijn verzameld en verwerkt op enkele punten van eerdere verslagjaren. Daardoor zijn de vragen met betrekking tot ongewenste omgangsvormen niet meer te vergelijken met de jaren daarvoor. Dit is met name jammer aangezien er juist nu veel aandacht is voor het terrein van de ongewenste omgangsvormen. We kunnen nu niet zien wat hier de effecten van zijn.