EU-klokkenluidersrichtlijn en wetsvoorstel bescherming klokkenluiders belangrijk voor vertrouwenspersoon?
Vraag van een vertrouwenspersoon omgangsvormen:
“Mijn werkgever zegt dat er een nieuwe EU richtlijn is waarmee melders en hun vertrouwenspersonen beter beschermd zijn. Mijn werkgever vraagt mij nu om ook vertrouwenspersoon te worden voor misstanden en schendingen van het Unierecht. Is dit verstandig om te doen?”
Op 23 oktober 2019 werd een nieuwe Europese richtlijn aangenomen: “Richtlijn (EU) 2019/1937 inzake
de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden”. Deze richtlijn noemt men ook wel de EU-klokkenluidersrichtlijn. De lidstaten van de EU moeten de richtlijn in de nationale wetgeving implementeren. Op dit moment ligt er in Nederland een Wetsvoorstel ter implementatie van de richtlijn bij de Tweede Kamer. Het betreft het wetsvoorstel Wet Bescherming Klokkenluiders dat de huidige Wet Huis voor Klokkenluiders wijzigt en vervangt.
Met de nieuwe wet kunnen medewerkers naast misstanden binnenkort ook (mogelijke) inbreuken op het Unierecht melden via interne en externe meldkanalen. Helaas zal het voor medewerkers, die willen melden en degenen die hen adviseren, moeilijk worden om in te schatten of iets onder een misstand of onder een inbreuk op het Unierecht of onder geen van beide valt. Het hangt echter mede van deze inschatting af of melders en degenen die hen adviseren, wettelijk beschermd zijn en bij welk extern meldkanaal eventueel gemeld kan worden.
Het Unierecht is veelomvattend. Inbreuken op het Unierecht hebben betrekking op onder meer overheidsopdrachten, financiële diensten, producten en markten, voorkoming van witwassen van geld en terrorismefinanciëring, productveiligheid en productconformiteit, veiligheid van vervoer, bescherming van het milieu, stralingsbescherming en nucleaire veiligheid, veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid en dierenwelzijn, volksgezondheid, consumentenbescherming, bescherming van de persoonlijke levenssfeer en persoonsgegevens, en beveiliging van netwerk- en informatiesystemen (zie artikel 2 van de richtlijn).
Het Unierecht op deze terreinen beslaat meer dan 80.000 pagina’s tekst (Van der Laan, Europees jurist Transparency International, 30 september 2021 tijdens Tweede Kamer rondetafelgespek).
Ook de definitie van misstand in het wetsontwerp blijft onzekerheid opwerpen: “Misstand: handeling of nalatigheid waarbij het maatschappelijk belang in het geding is bij schending of gevaar voor schending van een wettelijk voorschrift, een gevaar voor de volksgezondheid, een gevaar voor de veiligheid van personen, een gevaar voor de aantasting van het milieu, een gevaar voor het goed functioneren van de openbare dienst of een onderneming als gevolg van een onbehoorlijke wijze van handelen of nalaten, niet zijnde een inbreuk op het Unierecht.” Nu al is het moeilijk in te schatten of bij een schending het maatschappelijk belang in het geding is.
Daarnaast nemen werkgevers vaak ook integriteitsschendingen op in de interne meldprocedure. Bij een integriteitsschending handelt een medewerker (incidenteel of structureel) in strijd met de voorschriften van een organisatie of leeft op andere wijze de normen en waarden niet na (Ministerie BZK). Het gaat om zaken zoals corruptie, belangenverstrengeling, fraude, oneigenlijk gebruik van bedrijfsmiddelen, en lekken van gevoelige informatie. Voorts kiezen sommige werkgevers er ook voor om de meldregeling open te stellen voor onregelmatigheden en dreigende misstanden. Een melder kan al deze zaken niet extern melden en is (net als degene die bijstand verleent) niet wettelijk beschermd tegen benadeling.
Bescherming
De geïmplementeerde EU-klokkenluidersrichtlijn moet melders en personen die hen bijstaan beter beschermen tegen benadeling. Hiervoor zijn diverse bepalingen opgenomen. Zo
- mag een melder een vermoeden van een misstand of informatie over een inbreuk op het Unierecht direct naar een extern meldkanaal gaan en hoeft de inbreuk niet eerst intern te melden,
- komt er een breed verbod op benadeling en geldt dit ook voor medewerkers die de melder bijstaan,
- komt er een verschuiving van de bewijslast (iemand hoeft niet meer aan te tonen dat benadeling gevolg is van de melding),
- vindt er vrijwaring plaats van bepaalde gerechtelijke procedures (bijvoorbeeld als een melder zich schuldig maakt aan openbaarmaking van bedrijfsgeheimen),
- moeten er ondersteuningsmaatregelen komen (zoals kosteloze en gemakkelijke toegang tot advies),
- moeten er doeltreffende, evenredige en afschrikwekkende sancties komen voor degenen die zich schuldig maken aan het tegenwerken van de melder of het onderzoek.
Dat het benadelingsverbod ook geldt voor medewerkers die de melder bijstaan en dat er een verschuiving van de bewijslast komt, is natuurlijk mooi en lijkt een argument voor vertrouwenspersonen om de bijstands- en adviseursfunctie veilig op zich te kunnen nemen. De beloofde bescherming kan in de praktijk echter tegenvallen. Wat houdt de omgekeerde bewijslast in? Stel een vertrouwenspersoon wordt benadeeld omdat deze een melder adviseert of bijstaat. De vertrouwenspersoon moet dan aantonen benadeeld te zijn. Vervolgens hoeft deze niet ook nog eens aan te tonen dat de benadeling komt door het gegeven advies of de verleende bijstand aan de melder. Het is nu aan de werkgever om het tegendeel te bewijzen. De vertrouwenspersoon moet echter nog steeds aantonen dàt benadeling heeft plaatsgevonden. Mocht uit een bejegeningsonderzoek al blijken dat de vertrouwenspersoon benadeeld is, is alsnog een gang naar de rechter nodig om het gelijk hoe dan ook te materialiseren. Dit kost tijd, stress en geld. Uiteindelijk bestaat de ‘bescherming’ dan alleen nog maar uit een moeizaam bevochten schadevergoeding, want voortzetting van de arbeidsrelatie is dan doorgaans geen optie meer.
Adviseur in vertrouwen of vertrouwenspersoon?
De EU-klokkenluidersrichtlijn en het wetsvoorstel Wet bescherming Klokkenluiders spreken beiden niet van een vertrouwenspersoon, maar van een ‘adviseur in vertrouwen’. De werkgever mag voor ‘vertrouwelijk advies’ bijvoorbeeld verwijzen naar een extern jurist of naar een adviseur van het Huis voor Klokkenluiders.
Volgens de memorie van toelichting op de wet (pag. 77) “kan een adviseur een potentiële melder adviseren over mogelijke procedures die intern dan wel extern gevolgd kunnen worden en over de beschermingsmaatregelen waar een beroep op kan worden gedaan.”
Dit is juristenwerk. Hiermee moet een vertrouwenspersoon omgangsvormen niet belast worden!
COMBINEER DE FUNCTIE VAN 'ADVISEUR IN VERTROUWEN' NIET MET DE INTERNE VERTROUWENSPERSOON OMGANGSVORMEN
Voor opleidingsbureaus is het lucratief om gecombineerde trainingen voor de 'Vertrouwenspersoon omgangsvormen' en de 'Adviseur in vertrouwen' aan te bieden. Verschillen en problemen met de combinatie worden weg beargumenteerd. Voor verenigingen van vertrouwenspersonen betekent samenvoeging schaalvergroting. Houd onderstaande in het hoofd:
Ingewikkeldheid
Ander doel:
Rolconflicten (juist als integriteitsschendingen e.d. gepaard gaan met ongewenste omgangsvormen)
Veel vertrouwenspersonen omgangsvormen willen het zelf niet (of zijn zich niet bewust van de gevolgen)
Het feit dat het niet nodig is om een medewerker met de functie Adviseur in vertrouwen te belasten |
Meer informatie Wet Bescherming Klokkenluiders
Hoewel bij het samenstellen van dit nieuwsitem uiterste zorg is nagestreefd, kan Hubert Consult voor fouten en/of onvolledigheden in de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaarden.